Vadim Gluzman, Johannes Moser & Yevgeny Sudbin Piano Trios (Super Audio CD)
Beschrijving
Bol Partner
In de Russische kamermuziek ontwikkelde zich een nogal bijzondere traditie rond het pianotrio, waarbij een aantal componisten zich tot het genre wendden om 'instrumentale requiems' te schrijven. Tsjaikovski beet de spits af met zijn Pianotrio in a-minor, op.50, 'à la mémoired'un grand artiste', en hij werd gevolgd door componisten als Rachmaninov, Arenski en Sjostakovitsj. In het geval van Tsjaikovski's trio was de 'grand artiste' de pianist Nikolai Rubinstein, en Tsjaikovski koos voor het genre trio omdat hij vond dat een stuk voor piano solo te licht zou zijn en een met orkestbegeleiding te opzichtig. Het werk bestaat uit twee delen, een Pezzoelegiaco ('elegisch stuk') en een reeks variaties, en het begint met de cello die een ontroerende klaagzang speelt die de toon zet voor het hele eerste deel. Het thema keert terug aan het eind van het tweede deel in de vorm van een hartstochtelijke treurmars. Zeventig jaar later, toen de Armeense componist en pianist Arno Babajanian (1921-83) zijn Pianotrio in fis klein schreef, gaf hij het geen ondertitel, maar het heeft een grootsheid en breedte die het werk van Tchaikovsky evenaart - en het tweede deel is door en door elegisch van karakter. Het trio is het bekendste werk van Babajanian, gecomponeerd in de romantische stijl van Rachmaninov, maar ook geworteld in de Armeense volksmuziek, zowel melodisch als ritmisch. De twee werken worden uitgevoerd door Vadim Gluzman en Jevgeni Sudbin, beiden met Russische wortels, bijgestaan door cellist Johannes Moser, en de drie sluiten de schijf af met Sudbins bewerking van een korte Tangobij Alfred Schnittke.
In de Russische kamermuziek ontwikkelde zich een nogal bijzondere traditie rond het pianotrio, waarbij een aantal componisten zich tot het genre wendden om 'instrumentale requiems' te schrijven. Tsjaikovski beet de spits af met zijn Pianotrio in a-minor, op.50, 'à la mémoired'un grand artiste', en hij werd gevolgd door componisten als Rachmaninov, Arenski en Sjostakovitsj. In het geval van Tsjaikovski's trio was de 'grand artiste' de pianist Nikolai Rubinstein, en Tsjaikovski koos voor het genre trio omdat hij vond dat een stuk voor piano solo te licht zou zijn en een met orkestbegeleiding te opzichtig. Het werk bestaat uit twee delen, een Pezzoelegiaco ('elegisch stuk') en een reeks variaties, en het begint met de cello die een ontroerende klaagzang speelt die de toon zet voor het hele eerste deel. Het thema keert terug aan het eind van het tweede deel in de vorm van een hartstochtelijke treurmars. Zeventig jaar later, toen de Armeense componist en pianist Arno Babajanian (1921-83) zijn Pianotrio in fis klein schreef, gaf hij het geen ondertitel, maar het heeft een grootsheid en breedte die het werk van Tchaikovsky evenaart - en het tweede deel is door en door elegisch van karakter. Het trio is het bekendste werk van Babajanian, gecomponeerd in de romantische stijl van Rachmaninov, maar ook geworteld in de Armeense volksmuziek, zowel melodisch als ritmisch. De twee werken worden uitgevoerd door Vadim Gluzman en Jevgeni Sudbin, beiden met Russische wortels, bijgestaan door cellist Johannes Moser, en de drie sluiten de schijf af met Sudbins bewerking van een korte Tangobij Alfred Schnittke.
FnacIntégrale - Verschenen op 11/10/2019
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: