Simone El Oufir Pierini De Montgeroult: Complete Piano Sonatas (3 CD)
Beschrijving
Bol Partner
Madame Hélène de Montgeroult (1764-1836) leefde in een tijd waarin belangrijke historische gebeurtenissen vorm gaven aan Frankrijk en Europa. Montgeroult's muzikale oeuvre onderscheidt zich door haar interpretatieve veelzijdigheid. De collectie van negen sonates die hier wordt gepresenteerd beslaat de periode van 1795 tot 1811. De drie sonates die samen haar Opus 1 vormen zijn drie verschillende stukken, elk met een eigen stemming. De set is opvallend goed doordrongen van de muzikale stijl van die tijd, waarbij vooral de eerste twee sonates veel overeenkomsten vertonen met het werk van Louis Adam en Jean-Frédéric Edelmann. De Sonate in F groot, Op.1 Nr.1, is een vrolijk en luchtig stuk in twee delen. De Sonate in Es groot, Op.1 Nr.2, lijkt erg op de eerste sonate wat betreft algemene stemming en structuur, met twee snelle delen maar met minder nadruk op virtuositeit. De Sonate in F mineur, Op.1 Nr.3, heeft een voor die tijd ongewoon element: syncopatie tussen de twee handen gedurende het hele stuk. De set eindigt met een stormachtig, ritmisch percussief Allegro agitato. De Op.2 set werd in 1800 in Parijs gegraveerd en herdrukken in de daaropvolgende jaren getuigen van het succes in die tijd. Het kan gezien worden als een uitbreiding van de stilistische taal van Op.1, met dezelfde compositorische kenmerken, maar langer. Op.2 No.1 is de kortste van alle sonates van Montgeroult, bestaande uit slechts twee snelle delen, waarvan het afsluitende Presto een briljante toccata in twee delen is. Op.2 No.2 is de eerste met een langzamer middendeel, een Andantino quasi Allegretto in G mineur. De Sonate in A mineur, Op.2 No.3, bevat een aparte vioolbegeleiding, niet uitgevoerd in deze opname, die de ad libitum mode van die tijd volgt. Met de laatste drie sonates, Op.5, gepubliceerd door Érard in 1811, werd Montgeroult meester. Deze sonates zijn aanzienlijk langer en complexer in hun formele structuur dan hun voorgangers. De centrale delen lijken dieper dan die in Op.2. Op.5 No.1 is misschien wel het meest vernieuwende stuk in de collectie, met een esthetisch standpunt dat iets gemeen zou kunnen hebben met de vroege Schubert. Op.5 Nr.1 is ook het enige dat een Scherzo bevat. Op.5 nr. 2 staat in F mineur en Op.5 nr. 3 in Fis mineur. Over het geheel genomen breiden de drie sonates in de Opus 5 set de vorm uit met behoud van een klassiek-achtige structuur, vergelijkbaar met latere Clementi sonates of die van andere componisten uit die tijd, en een voorbode van de latere experimenten van de Romantische generatie. Overige informatie: - Opgenomen in juni 2021 in Monte Compatri (Rome), Italië - Boekje in het Engels bevat liner notes van de artiest en een artiestprofiel - Simone Pierini bespeelt een fortepiano van J. Haselmann (ca. eerste decennium 19e eeuw)
Madame Hélène de Montgeroult (1764-1836) leefde in een tijd waarin belangrijke historische gebeurtenissen vorm gaven aan Frankrijk en Europa. Montgeroult's muzikale oeuvre onderscheidt zich door haar interpretatieve veelzijdigheid. De collectie van negen sonates die hier wordt gepresenteerd beslaat de periode van 1795 tot 1811. De drie sonates die samen haar Opus 1 vormen zijn drie verschillende stukken, elk met een eigen stemming. De set is opvallend goed doordrongen van de muzikale stijl van die tijd, waarbij vooral de eerste twee sonates veel overeenkomsten vertonen met het werk van Louis Adam en Jean-Frédéric Edelmann. De Sonate in F groot, Op.1 Nr.1, is een vrolijk en luchtig stuk in twee delen. De Sonate in Es groot, Op.1 Nr.2, lijkt erg op de eerste sonate wat betreft algemene stemming en structuur, met twee snelle delen maar met minder nadruk op virtuositeit. De Sonate in F mineur, Op.1 Nr.3, heeft een voor die tijd ongewoon element: syncopatie tussen de twee handen gedurende het hele stuk. De set eindigt met een stormachtig, ritmisch percussief Allegro agitato. De Op.2 set werd in 1800 in Parijs gegraveerd en herdrukken in de daaropvolgende jaren getuigen van het succes in die tijd. Het kan gezien worden als een uitbreiding van de stilistische taal van Op.1, met dezelfde compositorische kenmerken, maar langer. Op.2 No.1 is de kortste van alle sonates van Montgeroult, bestaande uit slechts twee snelle delen, waarvan het afsluitende Presto een briljante toccata in twee delen is. Op.2 No.2 is de eerste met een langzamer middendeel, een Andantino quasi Allegretto in G mineur. De Sonate in A mineur, Op.2 No.3, bevat een aparte vioolbegeleiding, niet uitgevoerd in deze opname, die de ad libitum mode van die tijd volgt. Met de laatste drie sonates, Op.5, gepubliceerd door Érard in 1811, werd Montgeroult meester. Deze sonates zijn aanzienlijk langer en complexer in hun formele structuur dan hun voorgangers. De centrale delen lijken dieper dan die in Op.2. Op.5 No.1 is misschien wel het meest vernieuwende stuk in de collectie, met een esthetisch standpunt dat iets gemeen zou kunnen hebben met de vroege Schubert. Op.5 Nr.1 is ook het enige dat een Scherzo bevat. Op.5 nr. 2 staat in F mineur en Op.5 nr. 3 in Fis mineur. Over het geheel genomen breiden de drie sonates in de Opus 5 set de vorm uit met behoud van een klassiek-achtige structuur, vergelijkbaar met latere Clementi sonates of die van andere componisten uit die tijd, en een voorbode van de latere experimenten van de Romantische generatie. Overige informatie: - Opgenomen in juni 2021 in Monte Compatri (Rome), Italië - Boekje in het Engels bevat liner notes van de artiest en een artiestprofiel - Simone Pierini bespeelt een fortepiano van J. Haselmann (ca. eerste decennium 19e eeuw)
FnacIntégrale - Verschenen op 01/08/2023 - bij Brilliant