Richard Lester French Bonbons: Romantic Organ Music (CD)
Beschrijving
Bol Partner
De fundamenten van de Franse orgelmuziek werden voorzichtig gelegd door Jean Titelouze (c1562/63-1633) in het laatste deel van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw. Ik zeg 'voorzichtig' omdat zijn stijl, hoewel geworteld in de vocale traditie van de Renaissance, ver verwijderd was van de duidelijk Franse stijl van orgelmuziek die zich in het midden van de zeventiende eeuw ontwikkelde. Zijn hymnen en Magnificatzettingen zijn echter de vroegst bekende gepubliceerde orgelbundels, vandaar zijn betekenis en relevantie als de grondlegger van de Franse orgelschool. Na deze ontstaansgeschiedenis ontstond in de zeventiende en achttiende eeuw een generatie componisten die een uniek, rijk geornamenteerd genre met eigen specifieke en kenmerkende vormen wilden creëren. 'Marcel Dupré's Prelude en Fuga in G klein, uit 3 Preludes en Fuga's Op. 7 geschreven in 1914, is naar mijn mening een van de mooiste orgelwerken uit het repertoire. Het opent met delicate fluiten die klateren als Champagne uit een fles. Dit vormt de begeleiding van een spookachtige melodie die doet denken aan een plainsong antifoon, eerst te horen op het pedaal en dan in de rechterhand. De hobo en andere rietcombinaties brengen de melodie. De wervelende fluiten gaan verder onder de antifone melodie met drie- en vierstemmige akkoorden in de rechterhand samen met drie- en vierstemmige voor de voeten. De Fuga is een jig, en pure Franse kermismuziek vol met een jazzy onderwerp. Het staat in volledig contrast met de Prelude, waar de antifone melodie van de Prelude glorieus te voorschijn komt als door een waas van wierook'.
De fundamenten van de Franse orgelmuziek werden voorzichtig gelegd door Jean Titelouze (c1562/63-1633) in het laatste deel van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw. Ik zeg 'voorzichtig' omdat zijn stijl, hoewel geworteld in de vocale traditie van de Renaissance, ver verwijderd was van de duidelijk Franse stijl van orgelmuziek die zich in het midden van de zeventiende eeuw ontwikkelde. Zijn hymnen en Magnificatzettingen zijn echter de vroegst bekende gepubliceerde orgelbundels, vandaar zijn betekenis en relevantie als de grondlegger van de Franse orgelschool. Na deze ontstaansgeschiedenis ontstond in de zeventiende en achttiende eeuw een generatie componisten die een uniek, rijk geornamenteerd genre met eigen specifieke en kenmerkende vormen wilden creëren. 'Marcel Dupré's Prelude en Fuga in G klein, uit 3 Preludes en Fuga's Op. 7 geschreven in 1914, is naar mijn mening een van de mooiste orgelwerken uit het repertoire. Het opent met delicate fluiten die klateren als Champagne uit een fles. Dit vormt de begeleiding van een spookachtige melodie die doet denken aan een plainsong antifoon, eerst te horen op het pedaal en dan in de rechterhand. De hobo en andere rietcombinaties brengen de melodie. De wervelende fluiten gaan verder onder de antifone melodie met drie- en vierstemmige akkoorden in de rechterhand samen met drie- en vierstemmige voor de voeten. De Fuga is een jig, en pure Franse kermismuziek vol met een jazzy onderwerp. Het staat in volledig contrast met de Prelude, waar de antifone melodie van de Prelude glorieus te voorschijn komt als door een waas van wierook'.
FnacAlbum - Verschenen op 01/11/2020
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: