Musica Ad Rhenum, Jed Wentz Ruppe: Christmas Cantata, Easter Cantata (CD)
Beschrijving
Bol Partner
Geestige en ontroerende kerkcantates uit het einde van de 18e eeuw in hun eerste en enige opname. De in Duitsland geboren Christian Friedrich Ruppe (1753-1826) maakte carrière in de Nederlandse stad Leiden, waar hij in 1773 als student wiskunde en letteren was neergestreken. In 1784 trouwde hij met Christina Chalon (1748-1808), de dochter van de hoofdvioliste van het Nederlands Theater in Amsterdam. In 1890 werd hij benoemd tot muziekdirecteur van de vermaarde en oude universiteit van de stad, en vanaf 1802 doceerde hij er muziektheorie, nadat hij in 1788 organist was geworden van de belangrijkste Lutherse kerk van de stad. In 1796 werd op initiatief van Ruppe in Leiden een weeshuiskoor opgericht, bestaande uit meisjes en jongens uit het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kindertehuis in de buurt van de kerk. In het daaropvolgende kerkelijk jaar componeerde hij een tweetal cantates op anonieme Nederlandse teksten, bestemd voor het weeshuiskoor. Ondanks hun muzikale rijkdom en evidente schoonheid bleven de partituren in de archieven van het weeshuis, om pas in 1987 herontdekt te worden. Twee eeuwen na hun eerste uitvoering kregen zij de hier heruitgegeven opnamen door een ervaren team van Nederlandse oude-muziek vertolkers. Hoewel een vergelijking met de muziek die Händel schreef voor het vondelingenziekenhuis Ruppe niet zou vleien, vertoont zijn muziek toch vele eigen charmes: een onveranderlijk gracieuze frasering, een frisse melodische charme en een sympathieke schrijfwijze voor stemmen. Er lijkt een duidelijk Haydnesk stempel te drukken op beide werken, maar operamodellen zijn duidelijker aanwezig in de sinfonia waarmee de Kerstcantate opent, evenals in de stijl van de dramatische recitatieven die zich voortbewegen in elke ontwikkeling van het bekende verhaal. Het werk eindigt met een trompet- en trommelkoor in de stijl van oratoria als Messiah en The Creation, terwijl de taal van de paasmuziek meer geworteld is in de protestantse traditie, oplopend tot de grootse harmonisatie van een paaskoraal dat ontworpen is om door het koor en de hele gemeente te worden gezongen. Elke luisteraar die zijn kennis van de sacrale muziek uit de klassieke periode wil uitbreiden, zal hier een album vinden om van te genieten.
Geestige en ontroerende kerkcantates uit het einde van de 18e eeuw in hun eerste en enige opname. De in Duitsland geboren Christian Friedrich Ruppe (1753-1826) maakte carrière in de Nederlandse stad Leiden, waar hij in 1773 als student wiskunde en letteren was neergestreken. In 1784 trouwde hij met Christina Chalon (1748-1808), de dochter van de hoofdvioliste van het Nederlands Theater in Amsterdam. In 1890 werd hij benoemd tot muziekdirecteur van de vermaarde en oude universiteit van de stad, en vanaf 1802 doceerde hij er muziektheorie, nadat hij in 1788 organist was geworden van de belangrijkste Lutherse kerk van de stad. In 1796 werd op initiatief van Ruppe in Leiden een weeshuiskoor opgericht, bestaande uit meisjes en jongens uit het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kindertehuis in de buurt van de kerk. In het daaropvolgende kerkelijk jaar componeerde hij een tweetal cantates op anonieme Nederlandse teksten, bestemd voor het weeshuiskoor. Ondanks hun muzikale rijkdom en evidente schoonheid bleven de partituren in de archieven van het weeshuis, om pas in 1987 herontdekt te worden. Twee eeuwen na hun eerste uitvoering kregen zij de hier heruitgegeven opnamen door een ervaren team van Nederlandse oude-muziek vertolkers. Hoewel een vergelijking met de muziek die Händel schreef voor het vondelingenziekenhuis Ruppe niet zou vleien, vertoont zijn muziek toch vele eigen charmes: een onveranderlijk gracieuze frasering, een frisse melodische charme en een sympathieke schrijfwijze voor stemmen. Er lijkt een duidelijk Haydnesk stempel te drukken op beide werken, maar operamodellen zijn duidelijker aanwezig in de sinfonia waarmee de Kerstcantate opent, evenals in de stijl van de dramatische recitatieven die zich voortbewegen in elke ontwikkeling van het bekende verhaal. Het werk eindigt met een trompet- en trommelkoor in de stijl van oratoria als Messiah en The Creation, terwijl de taal van de paasmuziek meer geworteld is in de protestantse traditie, oplopend tot de grootse harmonisatie van een paaskoraal dat ontworpen is om door het koor en de hele gemeente te worden gezongen. Elke luisteraar die zijn kennis van de sacrale muziek uit de klassieke periode wil uitbreiden, zal hier een album vinden om van te genieten.
Fnacverzamelalbum - Verschenen op 28/10/2020 - bij Brilliant
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: