London Mozart Players, Matthias Bamert Vanhal: Symphonies (CD)
Beschrijving
Bol Partner
De London Mozart Players onder de deskundige leiding van Matthias Bamert staan bekend om hun heldere interpretaties en keren terug met het achtste deel in deze hoog aangeschreven Chandos-serie. Vanhal was behalve componist ook een violist van formaat. Hij werd geboren in 1739 als zoon van een gebonden boer en kreeg zijn eerste muzieklessen rond 1752. Acht jaar later verhuisde hij naar Wenen, nam les bij Ditterdorf en vestigde zich als leraar, waar hij Ignace Pleyel tot zijn leerlingen mocht rekenen. Vanhal's Symfonie in D groot (D4) dateert vermoedelijk uit 1779 of eerder en is geschreven voor strijkers, twee hobo's, fagot, twee hoorns, twee trompetten en pauken. Het begint met een feestelijk sonate-vormig Allegro moderato met twee goed contrasterende thematische groepen, die beide aan bod komen in het ontwikkelingsdeel. Het tweede deel is een zacht assertief Andante in A voor vijfstemmige strijkers, het derde, een sonatevormig Allegro dat de ceremoniële geest van het eerste weergeeft. De Symfonie in C klein (c2) dateert uit 1770 of eerder en is geschreven voor strijkers, fluit en hoboparen, hoorns, trompetten en pauken. Het gespannen eerste deel in 3/4 heeft twee contrasterende onderwerpen. Dan volgt een nobel, elegisch Andante in F klein voor alleen strijkers, en een streng Menuet. De finale sluit nauw aan bij de stijl en het patroon van het eerste deel. De Symfonie in G klein (g2) uit ongeveer 1771 is bescheiden geschreven voor strijkers en hobo's en hoorns. Het eerste deel (opnieuw Allegro moderato en opnieuw in 3/4) begint met een thema waarvan het rusteloze karakter wordt benadrukt door de verschuivende chromatische bas. Een compleet contrast wordt geboden door het Adagio in Es majeur, weer een boeiende solo voor hobo, begeleid door alleen strijkers (meestal pizzicato). Dan volgt een vrij serieus Menuet met een Trio. De stemming van het eerste deel wordt weer opgepakt in de nerveuze finale.
De London Mozart Players onder de deskundige leiding van Matthias Bamert staan bekend om hun heldere interpretaties en keren terug met het achtste deel in deze hoog aangeschreven Chandos-serie. Vanhal was behalve componist ook een violist van formaat. Hij werd geboren in 1739 als zoon van een gebonden boer en kreeg zijn eerste muzieklessen rond 1752. Acht jaar later verhuisde hij naar Wenen, nam les bij Ditterdorf en vestigde zich als leraar, waar hij Ignace Pleyel tot zijn leerlingen mocht rekenen. Vanhal's Symfonie in D groot (D4) dateert vermoedelijk uit 1779 of eerder en is geschreven voor strijkers, twee hobo's, fagot, twee hoorns, twee trompetten en pauken. Het begint met een feestelijk sonate-vormig Allegro moderato met twee goed contrasterende thematische groepen, die beide aan bod komen in het ontwikkelingsdeel. Het tweede deel is een zacht assertief Andante in A voor vijfstemmige strijkers, het derde, een sonatevormig Allegro dat de ceremoniële geest van het eerste weergeeft. De Symfonie in C klein (c2) dateert uit 1770 of eerder en is geschreven voor strijkers, fluit en hoboparen, hoorns, trompetten en pauken. Het gespannen eerste deel in 3/4 heeft twee contrasterende onderwerpen. Dan volgt een nobel, elegisch Andante in F klein voor alleen strijkers, en een streng Menuet. De finale sluit nauw aan bij de stijl en het patroon van het eerste deel. De Symfonie in G klein (g2) uit ongeveer 1771 is bescheiden geschreven voor strijkers en hobo's en hoorns. Het eerste deel (opnieuw Allegro moderato en opnieuw in 3/4) begint met een thema waarvan het rusteloze karakter wordt benadrukt door de verschuivende chromatische bas. Een compleet contrast wordt geboden door het Adagio in Es majeur, weer een boeiende solo voor hobo, begeleid door alleen strijkers (meestal pizzicato). Dan volgt een vrij serieus Menuet met een Trio. De stemming van het eerste deel wordt weer opgepakt in de nerveuze finale.
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: