Filippo Farinelli Debussy: Musique De Scene, Chansons Bilitis La (CD)
Beschrijving
Bol Partner
Nadat hij in Les Chansons de Bilitis drie prozagedichten uit 1894 van zijn vriend Pierre Louÿs had getoonzet, werd Debussy door hem gevraagd toneelmuziek te verzorgen voor een nagebootste voordracht van nog eens twaalf gedichten. Een enkele uitvoering vond plaats op 7 februari 1901, na repetities waarvan Louÿs schreef: 'Ik breng elke middag door met naakte vrouwen. Het is leuk.'De gedichten waren spoofs op die van Sappho, vermoedelijk een vriendin van de niet-bestaande Bilitis, en een recensie prees de muziek als 'ingenieus archaïsch'. Debussy's partituur roept de verbeelde klanken van het oude Griekenland op: de twee fluiten vertegenwoordigen de aulos, geassocieerd met saters en de Dionysische cultus; en de twee harpen spreken voor de kythara, geassocieerd met Apollo. Verweven met de muziek is de heldere klank van de celesta, het metalen instrument dat in 1886 door Auguste Mustel werd gepatenteerd en dat een ontmoetingspunt vormt tussen het apollinische en het dionysische. De ontbrekende celesta-partij in de toneelmuziek, ongetwijfeld door Debussy zelf opgenomen, werd door Arthur Hoérée herschapen. In 1914 herwerkte Debussy passages van de muziek in zijn Épigraphes antiques voor pianoduet.Hoewel de Chansons en de Epigraphes vaak zijn opgenomen, zijn ze zeer zelden samen met de toneelmuziek opgenomen, waardoor dit nieuwe album een uniek samenhangend en aantrekkelijk album is dat Debussy op zijn sensueelst en oriëntalistischst presenteert. Het album bevat een postlude die het thema voortzet met Syrinx voor solofluit, Debussy's dromerige evocatie van de god Pan die ook zijn oorsprong vond in muziek voor het toneel.Vooraanstaande Italiaanse musici hebben hun krachten gebundeld om het Magadis Ensemble te vormen. Met een flexibele bezetting en een breed repertoire richt het ensemble zich op vocale en instrumentale kamermuziek van 20e- en 21e-eeuwse componisten als Debussy, Ravel, Dallapiccola en Scelsi.Deze fascinerende CD brengt de werken samen die Claude Debussy schreef op teksten van zijn vriend, de dichter Pierre Louÿs: de Chansons de Bilitis.Louÿs beweerde dat de gedichten vertalingen waren uit het oude Grieks, een vervalsing want ze waren geheel van zijn hand. De gedichten zijn in de trant van Sappho en handelen over de erotisch geladen wereld van nimfen, faunen, najaden, herders en oude griekse goden.Deze nieuwe opname presenteert de drie liederen voor zang en piano Chansons de Bilitis, alsmede de complete "musique de scène pour accompagner la récitation avec tableaux vivents da 12 poèmes de Pierre Louÿs (1903)" voor zang, 2 fluiten, 2 harpen en celesta. Ook inbegrepen zijn de "Six Épigraphes antiques" voor piano 4 handen (de titels zijn ontleend aan Louÿs' poëzie) en de beroemde La flute de Pan voor fluit solo.Prachtig uitgevoerd door Elisabetta Lombardi (mezzo sopraan), Claudia Giottoli (fluit) en Filippo Farinelli (piano).
Nadat hij in Les Chansons de Bilitis drie prozagedichten uit 1894 van zijn vriend Pierre Louÿs had getoonzet, werd Debussy door hem gevraagd toneelmuziek te verzorgen voor een nagebootste voordracht van nog eens twaalf gedichten. Een enkele uitvoering vond plaats op 7 februari 1901, na repetities waarvan Louÿs schreef: 'Ik breng elke middag door met naakte vrouwen. Het is leuk.'De gedichten waren spoofs op die van Sappho, vermoedelijk een vriendin van de niet-bestaande Bilitis, en een recensie prees de muziek als 'ingenieus archaïsch'. Debussy's partituur roept de verbeelde klanken van het oude Griekenland op: de twee fluiten vertegenwoordigen de aulos, geassocieerd met saters en de Dionysische cultus; en de twee harpen spreken voor de kythara, geassocieerd met Apollo. Verweven met de muziek is de heldere klank van de celesta, het metalen instrument dat in 1886 door Auguste Mustel werd gepatenteerd en dat een ontmoetingspunt vormt tussen het apollinische en het dionysische. De ontbrekende celesta-partij in de toneelmuziek, ongetwijfeld door Debussy zelf opgenomen, werd door Arthur Hoérée herschapen. In 1914 herwerkte Debussy passages van de muziek in zijn Épigraphes antiques voor pianoduet.Hoewel de Chansons en de Epigraphes vaak zijn opgenomen, zijn ze zeer zelden samen met de toneelmuziek opgenomen, waardoor dit nieuwe album een uniek samenhangend en aantrekkelijk album is dat Debussy op zijn sensueelst en oriëntalistischst presenteert. Het album bevat een postlude die het thema voortzet met Syrinx voor solofluit, Debussy's dromerige evocatie van de god Pan die ook zijn oorsprong vond in muziek voor het toneel.Vooraanstaande Italiaanse musici hebben hun krachten gebundeld om het Magadis Ensemble te vormen. Met een flexibele bezetting en een breed repertoire richt het ensemble zich op vocale en instrumentale kamermuziek van 20e- en 21e-eeuwse componisten als Debussy, Ravel, Dallapiccola en Scelsi.Deze fascinerende CD brengt de werken samen die Claude Debussy schreef op teksten van zijn vriend, de dichter Pierre Louÿs: de Chansons de Bilitis.Louÿs beweerde dat de gedichten vertalingen waren uit het oude Grieks, een vervalsing want ze waren geheel van zijn hand. De gedichten zijn in de trant van Sappho en handelen over de erotisch geladen wereld van nimfen, faunen, najaden, herders en oude griekse goden.Deze nieuwe opname presenteert de drie liederen voor zang en piano Chansons de Bilitis, alsmede de complete "musique de scène pour accompagner la récitation avec tableaux vivents da 12 poèmes de Pierre Louÿs (1903)" voor zang, 2 fluiten, 2 harpen en celesta. Ook inbegrepen zijn de "Six Épigraphes antiques" voor piano 4 handen (de titels zijn ontleend aan Louÿs' poëzie) en de beroemde La flute de Pan voor fluit solo.Prachtig uitgevoerd door Elisabetta Lombardi (mezzo sopraan), Claudia Giottoli (fluit) en Filippo Farinelli (piano).
Fnacverzamelalbum - Verschenen op 06/03/2019 - bij Brilliant
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: