Fabrizio Meloni & Quartetto Leonardo Mozart: Clarinet Quintet K. 581 / Brahms: String Quartet (CD)
Beschrijving
Bol
In de ogen van velen is en blijft Wolfgang Amadeus Mozart het wonderkind van zijn eerste openbare optredens. Hij belichaamt de figuur (of de mythe?) van een kunstenaar wiens creativiteit moeiteloos werkt. Hij lijkt een genie te zijn geweest voor wie alles in een soort goddelijke inspiratie, spontaan kwam; alsof al zijn werken op Athena leken, volgroeid geboren uit het brein van Zeus. Johannes Brahms daarentegen lijkt het tegenovergestelde paradigma te belichamen: dat van een strenge, strenge, serieus denkende kunstenaar, voor wie elke noot een belangrijke inspanning kostte, en die voortdurend en genadeloos aan zelfcensuur deed. Zoals met alle mythen zit er een kern van waarheid in deze schematische portretten. Toch is het belangrijk de karikatuur niet te verwarren met het gezicht, of het stereotype met de persoon. Het is bijvoorbeeld waar dat wanneer men luistert naar het tweede deel van Mozarts Klarinetkwintet KV 581, dat hier is opgenomen, de indruk ontstaat van een bovenmenselijke schoonheid, van een perfectie die rechtstreeks van boven komt, van iets waaraan niets kan worden toegevoegd of waarvan niets kan worden afgetrokken. Het is ook waar dat een dergelijke schoonheid zich verzet tegen analyse en beschrijving. De harmonische analyse van de openingsmaten van dit meesterwerk levert zeer teleurstellende resultaten op: het akkoordenschema is het meest triviale en banale van alle tonale muziek, slechts een opeenvolging van I-IV-V-I. Maar weinig of geen musici zijn erin geslaagd om met zo'n banaal schema zoiets moois te creëren. Anderzijds is de muziek van Johannes Brahms het genot van de analist: met tijd en geduld kan men het compositieproces ontleden en bijna stap voor stap opnieuw beleven, de herkomst van microscopische elementen van het muzikale materiaal, hun transformaties, hun combinaties en hun ontwikkeling observeren. Mozart schreef een indrukwekkende hoeveelheid muziek, in de korte tijd van zijn aardse leven. En vrijwel alles wat uit zijn pen kwam is goed, voor zover we weten; een zeer hoog percentage is puur geniaal. Brahms leefde bijna twee keer zo lang als Mozart, en zijn catalogus omvat ongeveer een vijfde van Mozarts output. Was Brahms minder begaafd dan Mozart? Dit is een zinloze vraag, die geen antwoord verdient. De belangrijkste verschillen zijn veeleer gelegen in het verschillende taalgebruik van deze twee musici, in het verschillende publiek tot wie zij zich richtten, en in hun verschillende benadering van muziek en compositie.
Vergelijk aanbieders (1)
In de ogen van velen is en blijft Wolfgang Amadeus Mozart het wonderkind van zijn eerste openbare optredens. Hij belichaamt de figuur (of de mythe?) van een kunstenaar wiens creativiteit moeiteloos werkt. Hij lijkt een genie te zijn geweest voor wie alles in een soort goddelijke inspiratie, spontaan kwam; alsof al zijn werken op Athena leken, volgroeid geboren uit het brein van Zeus. Johannes Brahms daarentegen lijkt het tegenovergestelde paradigma te belichamen: dat van een strenge, strenge, serieus denkende kunstenaar, voor wie elke noot een belangrijke inspanning kostte, en die voortdurend en genadeloos aan zelfcensuur deed. Zoals met alle mythen zit er een kern van waarheid in deze schematische portretten. Toch is het belangrijk de karikatuur niet te verwarren met het gezicht, of het stereotype met de persoon. Het is bijvoorbeeld waar dat wanneer men luistert naar het tweede deel van Mozarts Klarinetkwintet KV 581, dat hier is opgenomen, de indruk ontstaat van een bovenmenselijke schoonheid, van een perfectie die rechtstreeks van boven komt, van iets waaraan niets kan worden toegevoegd of waarvan niets kan worden afgetrokken. Het is ook waar dat een dergelijke schoonheid zich verzet tegen analyse en beschrijving. De harmonische analyse van de openingsmaten van dit meesterwerk levert zeer teleurstellende resultaten op: het akkoordenschema is het meest triviale en banale van alle tonale muziek, slechts een opeenvolging van I-IV-V-I. Maar weinig of geen musici zijn erin geslaagd om met zo'n banaal schema zoiets moois te creëren. Anderzijds is de muziek van Johannes Brahms het genot van de analist: met tijd en geduld kan men het compositieproces ontleden en bijna stap voor stap opnieuw beleven, de herkomst van microscopische elementen van het muzikale materiaal, hun transformaties, hun combinaties en hun ontwikkeling observeren. Mozart schreef een indrukwekkende hoeveelheid muziek, in de korte tijd van zijn aardse leven. En vrijwel alles wat uit zijn pen kwam is goed, voor zover we weten; een zeer hoog percentage is puur geniaal. Brahms leefde bijna twee keer zo lang als Mozart, en zijn catalogus omvat ongeveer een vijfde van Mozarts output. Was Brahms minder begaafd dan Mozart? Dit is een zinloze vraag, die geen antwoord verdient. De belangrijkste verschillen zijn veeleer gelegen in het verschillende taalgebruik van deze twee musici, in het verschillende publiek tot wie zij zich richtten, en in hun verschillende benadering van muziek en compositie.
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: