Dmitry Badiarov Cello Suites (2 CD)

Voor welk instrument schreef Bach eigenlijk zijn zes suites voor onbegeleide violoncello? Afbeeldingen, geschriften en overgeleverde instrumenten tonen aan dat vroege cello's werden gemaakt in verschillende maten, gaande van de grootte van een grote altviool tot de moderne cello van ware grootte. De moderne cello wordt gewoonlijk tussen de benen gehouden zoals een basgamba. In de zeventiende en achttiende eeuw was dit niet de enige mogelijke greep, zeker niet voor kleine instrumenten. Bach bezat verschillende violoncello piccolo's met zowel vier als vijf snaren. Deze waren gemaakt door Johann Christian Hoffmann, een tijdgenoot van Bach in Leipzig. Historisch bewijs suggereert dat het geschikte type violoncello voor Bachs suites dat van Hoffmann is, en dat, wanneer op de arm ('da spalla') gespeeld wordt zoals een viool, het aantal onvermijdelijke verschuivingen niet meer is dan gemiddeld voor barokmuziek. Een viool- of altviolist kan snel gewend raken aan de vingerzetting, die vrijwel identiek is aan die van de viool. Hoewel geen enkele bron vermeldt dat Bach de violone of viola da gamba bespeelde, is bekend dat hij een bekwaam violist en altviolist was. We kunnen veronderstellen dat Bach zelf de eerste bespeler was van deze twee grote cycli van solocomposities.De huidige opname biedt een fascinerende en overtuigende interpretatie van de Zes cellosuites op violoncello da spalla door Dmitry Badiarov, een van de leidende figuren in de reconstructie van dit instrument, en een van de meest veelbelovende spelers ervan.