Prague National Theatre Orchestra, Jaroslav Krombholc Smetana: Dalibor (2 CD)

Een van de eerste complete opnamesets van Tsjechische opera's die na de Tweede Wereldoorlog in Tsjecho-Slowakije werden geproduceerd door de toen pas opgerichte platenmaatschappij Supraphon was die van Smetana's Dalibor, gemaakt in de Domovina Studio in de herfst van 1950. Het project bracht een indrukwekkend aantal sterren van de Tsjechische muziekscène samen. De dirigent was Jaroslav Krombholc, toen 32, een leerling van Václav Talich, die een team van vooraanstaande medewerkers had uitgenodigd, waaronder koormeester Jarmil Burghauser en drie vooraanstaande zangers van het operagezelschap van het Nationaal Theater van Praag: de tenor Beno Blachut (Dalibor), de sopraan Marie Podvalová (Milada), en de bariton Václav Bednář (Koning Vladislav). De plot van Dalibor speelt zich af tegen een historische achtergrond zoals beschreven door de Tsjechische humanistische geleerde Viktorin Kornel ze Všehrd, en in de 19e eeuw overgenomen door František Palacký die het opnam in zijn Geschiedenis van de Tsjechische Natie. In de internationale musicologische literatuur wordt Dalibor wel eens het 'Tsjechische Fidelio' genoemd De gelijkenis mag toepasselijk lijken gezien de vermomming van de heldinnen in beide stukken in mannenkleren, maar in feite houdt de gelijkenis daar min of meer op: Milada is namelijk van een geheel andere stam dan Leonora. Bovendien gaat het hier niet om een verhaal van liefde tussen man en vrouw, maar om een verhaal van destructieve hartstocht die de heldin tegen wil en dank omarmt bij de eerste aanblik van de titelheld, een buitengewoon knappe man met gedurfde gebaren en een onwankelbare vastberadenheid om de dood van zijn gedode vriend Zdeněk te wreken.