Michael Borgstede Couperin Dynasty (9 CD)

De bewondering voor de Franse componist, klavecinist en organist Louis Couperin groeit nog steeds, maar dat was niet zo tijdens zijn leven. De ongemeten Préludes springen eruit als een soort 'gecontroleerde improvisatie' waarin de componist ons een genre geeft dat zijn leven begon in de handen van de luitisten en zich nu bevindt op het hoogtepunt van de 17e-eeuwse Franse klavecimbelmuziek. De rest van zijn muziek bestaat uit dansen die typisch zijn voor de suitevorm, waaronder de Allemande, Courante, Sarabande, Gigue, Chaconne en Passacaille. Hoewel hij zowel religieuze werken als kamermuziek schreef, vormt klavecimbelmuziek het leeuwendeel van Louis' neef François Couperin's output: 235 stukken in totaal, de meeste gepubliceerd in de vier delen (of Livres) van Pièces de Clavecin, verdeeld in 27 ordres. Het lijkt erop dat Couperin simpelweg alle klavecimbelmuziek die hij tot dan toe had gecomponeerd in suites groepeerde op basis van gemeenschappelijke toonsoorten. In vier van de eerste vijf ordres van dit Livre worden dansvormen zoals de Allemande, Sarabande en Courante afgewisseld met pièces de caractère, gecomponeerd in de populaire stil luthé, ontleend aan de luitliteratuur. In het derde Livre wijkt Couperin definitief af van de suitevorm: alleen de 17ème Ordre bevat een dans, een eenzame Courante. Het vierde Livre, gepubliceerd in 1730, vloeit naadloos voort in dezelfde geest, tot de 25ème Ordre. Net als de bekendere Jacques Duphly (1715-1789) en Claude Balbastre (1724-1799) behoort Armand-Louis Couperin tot de laatste generatie Franse klavecimbelcomponisten. De zoon van Armand-Louis, Gervais-François Couperin, studeerde bij zijn vader en verving hem daarna aan het orgel van de Sainte-Chapelle. Gervais-François was echter ook een virtuoos op het nieuwe instrument van zijn tijd, de fortepiano, en deze set bevat zijn muziek uitgevoerd op dat klavier met een sterk uitgebreide expressiviteit.