Meten en tellen

In 'Meten en tellen' biedt historicus en schrijver Peter van Druenen een baanbrekende methode voor het inschatten van de inwonertallen van steden in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Dit boek belicht een innovatieve benadering waarbij voornamelijk gebruik wordt gemaakt van oude stadsplattegronden, in plaats van de meer traditionele bronnen zoals doop-, trouw-, begraaf- en poorterboeken. Deze nieuwe methode heeft als doel de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van bevolkingsschattingen te verbeteren, wat een belangrijke stap vormt in de ontwikkeling van de historische demografie.

De Basis van de Methode

Voor de zestiende eeuw baseert Van Druenen zijn analyses op de iconische stadskaarten van Jacob van Deventer, terwijl hij voor de zeventiende eeuw gebruikmaakt van de gedetailleerde kaarten van Joan Blaeu. Deze stadsplattegronden bevatten waardevolle informatie die het mogelijk maakt om een beter beeld te krijgen van de bevolkingssamenstelling en -groei gedurende de genoemde periode. Door op deze historische bronnen te vertrouwen, kan Van Druenen hogere precisie bereiken in het schatten van inwonertallen, wat resulteert in betrouwbaardere gegevens.

Resultaten en Toepassingen

De auteur voert meerdere testen uit op verschillende Zeeuwse, Hollandse en Vlaamse steden, waarbij zijn nieuwe methode niet alleen haalbaar, maar ook bijzonder effectief blijkt. De resultaten van deze testen bevestigen dat de nieuwe aanpak betere en meer consistente uitkomsten biedt dan de gangbare methoden. Deze bevindingen zijn van groot belang voor historici en demografen, die nu in staat zijn om bevolkingsaantallen van alle Nederlandse steden, en deels ook Belgische en Noord-Franse steden, systematisch vast te stellen.

Bijdrage aan de Historische Demografie

Van Druenen's vernieuwende benadering draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de Nederlandse historische demografie. Met zijn methode kunnen onderzoekers en geïnteresseerden niet alleen een vollediger beeld krijgen van de bevolkingsdynamiek in het verleden, maar ook de impact van verschillende sociaal-economische factoren op de demografie van steden beter begrijpen. Dit werk opent de deur naar verder onderzoek en biedt nieuwe perspectieven voor de studie van de bevolkingsgeschiedenis in Nederland en de omliggende regio's.

In 'Meten en tellen' wordt een belangrijke stap gezet in het vaststellen van historische bevolkingsgegevens, en het boek is een waardevolle aanvulling voor elke professional en liefhebber van de geschiedenis die zich bezighoudt met demografische vraagstukken.