Cuarteto Latinoamericano Ruperto Chapí: String Quartets 3 & 4 (CD)
Beschrijving
Bol Partner
Het Strijkkwartet nr. 3 van Ruperto Chapí zou wel de ondertitel Tragisch Kwartet kunnen dragen. Dit is een werk van stormachtige aard, met sferen van drama, angst en eenzaamheid. Van de vier kwartetten die de componist heeft geschreven, is dit misschien wel het kwartet dat de minste Spaanse trekjes vertoont. Het eerste deel, Grave-Allegro assai, is absoluut origineel; een onberispelijke en geslaagde etude op syncopen, die een constante en grondige ritmische instabiliteit creëren. De korte inleiding (Grave) is gebaseerd op paarsgewijs pulserende akkoorden; het eerste syncopisch en off-beat, waarop het tweede op een sterke beat antwoordt. Het hoofddeel, Allegro assai, is gebaseerd op gesyncopeerde triolen in de middenstemmen, die een geagiteerde en angstige melodie begeleiden, gespeeld door de eerste viool. Het tweede thema, Allegro appassionato, stabiliseert het karakter niet, integendeel, het is een nerveus en syncopisch thema, dat de cello tevergeefs probeert te ondersteunen met pizzicatti op de sterke slagen. Het tweede deel, Allegro Moderato, is een soort scherzo, met een seguidilla-ritme. Maar ondanks de schijnbare ritmische eenvoud is er een overvloed aan complexiteit, zowel in de chromatiek als in de ritmiek. Het tweede thema van dit deel ademt een duidelijk Spaanse sfeer, een uitzondering in dit kwartet, en bevat snelle triolenversieringen die het een populair karakter verlenen. Het derde deel, Larghetto, bevat muziek van buitengewone schoonheid. Chapí begeeft zich op duister en nostalgisch terrein en gebruikt daarvoor de toonsoort Bes-major, die in het romantische muziekrepertoire gewoonlijk met tragische sferen wordt geassocieerd. In dit deel zijn er twee gevallen van dalende chromatische passages die een huiveringwekkend effect creëren.
Het Strijkkwartet nr. 3 van Ruperto Chapí zou wel de ondertitel Tragisch Kwartet kunnen dragen. Dit is een werk van stormachtige aard, met sferen van drama, angst en eenzaamheid. Van de vier kwartetten die de componist heeft geschreven, is dit misschien wel het kwartet dat de minste Spaanse trekjes vertoont. Het eerste deel, Grave-Allegro assai, is absoluut origineel; een onberispelijke en geslaagde etude op syncopen, die een constante en grondige ritmische instabiliteit creëren. De korte inleiding (Grave) is gebaseerd op paarsgewijs pulserende akkoorden; het eerste syncopisch en off-beat, waarop het tweede op een sterke beat antwoordt. Het hoofddeel, Allegro assai, is gebaseerd op gesyncopeerde triolen in de middenstemmen, die een geagiteerde en angstige melodie begeleiden, gespeeld door de eerste viool. Het tweede thema, Allegro appassionato, stabiliseert het karakter niet, integendeel, het is een nerveus en syncopisch thema, dat de cello tevergeefs probeert te ondersteunen met pizzicatti op de sterke slagen. Het tweede deel, Allegro Moderato, is een soort scherzo, met een seguidilla-ritme. Maar ondanks de schijnbare ritmische eenvoud is er een overvloed aan complexiteit, zowel in de chromatiek als in de ritmiek. Het tweede thema van dit deel ademt een duidelijk Spaanse sfeer, een uitzondering in dit kwartet, en bevat snelle triolenversieringen die het een populair karakter verlenen. Het derde deel, Larghetto, bevat muziek van buitengewone schoonheid. Chapí begeeft zich op duister en nostalgisch terrein en gebruikt daarvoor de toonsoort Bes-major, die in het romantische muziekrepertoire gewoonlijk met tragische sferen wordt geassocieerd. In dit deel zijn er twee gevallen van dalende chromatische passages die een huiveringwekkend effect creëren.
FnacAlbum - Verschenen op 01/03/2022