Cecilia String Quartet Mendelssohn: Op. 44 Nos. 1 & 2 (CD)

De drie kwartetten van opus 44 vormen de kern van de rijpe strijkkwartetten van Felix Mendelssohn. Hij schreef ze in de jaren 1837-38, en begon met componeren op 28-jarige leeftijd, toen zijn faam in de internationale muziekgemeenschap snel groeide. Het oratorium St. Paul had kort daarvoor internationaal succes gebracht. Sinds 1835 leidde hij het vermaarde Gewandhausorchester in Leipzig. Nu reisde hij voortdurend tussen de belangrijke muzikale centra van Europa - dirigent, adviseur van grote culturele en educatieve commissies, componist van opdrachtwerken op bestelling voor de grote festivals en optredend als pianist, organist en kamermusicus voor het publiek en de vorsten van Europa. Ook zijn familieaangelegenheden kwamen snel en heftig met zijn huwelijk met Cécile Jeanrenaud, de dochter van een Franse protestantse geestelijke, in maart 1837 en de vestiging van een nieuw huis in Leipzig. Hij begon met de compositie van de opus 44 kwartetten tijdens zijn huwelijksreis in het Zwarte Woud en voltooide het vroegste ervan, in E-minor, op 18 juni 1837. Het Es-major kwartet volgde op 6 februari van het volgende jaar, de dag voor de geboorte van zijn eerste zoon, Carl Wolfgang Paul. Het laatste dat voltooid werd, in D-major, volgde op 24 juli 1838. Toen ze alle drie klaar waren, ordende Mendelssohn ze opnieuw, gaf ze de nummering die we vandaag kennen en publiceerde de set als Trois Grands Quatuors, met een opdracht aan de kroonprins van Zweden.