Black Sabbath Technical Ecstasy
Beschrijving
Bol
Black Sabbath’s album Technical Ecstasy werd uitgebracht als lp en geldt als een belangrijk, maar vaak verdeeld ontvangen moment in de geschiedenis van de band. Waar Black Sabbath tot dan toe vooral bekend stond als pionier in het heavy metalgenre, laat Technical Ecstasy een band horen die nieuwe sonische terreinen verkent, waarbij invloeden uit progressieve rock en zelfs funk hoorbaar zijn. De rauwe randen en duistere sfeer van de klassieke Sabbath-platen zijn op dit album minder aanwezig, wat bij veel fans en critici leidde tot discussie over de artistieke koers. Wat meteen opvalt, is dat Technical Ecstasy zich niet alleen stilstaat bij het typische Black Sabbath-geluid, maar het repertoire uitbreidt met experimenten en variatie. Het album opent met Back Street Kids, een stevige rocker die de energie en snelheid van punk ademt. De track is een krachtige binnenkomer waarin gitarist Tony Iommi indruk maakt met zijn scherpe riffs en drummer Bill Ward zijn klassiek rollende stijl laat horen. Ook You Won’t Change Me is een opvallend moment op het album, mede door het meeslepende gitaarwerk van Iommi dat door velen als één van zijn beste solo’s wordt beschouwd. Ozzy Osbourne’s zang klinkt op deze ballade kwetsbaar en persoonlijk, wat de intensiteit verhoogt. Technical Ecstasy bevat daarnaast opmerkelijke afwijkingen van het vertrouwde geluid. Een van de meest besproken tracks is It’s Alright, waarin Bill Ward voor het eerst de leadzang op zich neemt. Het nummer leunt sterk op melodie en heeft een lichte sfeer die bij vlagen aan The Beatles doet denken – een flinke breuk met het zware, donkere geluid waar Sabbath tot dan toe om bekend stond. Ook het nummer Gypsy laat zien dat de band zich niet wilde beperken tot hun oorspronkelijke muzikale formule, met een arrangement en zanglijnen die doen denken aan rockgroepen als Queen. Het album als geheel wordt door liefhebbers als een overgangswerk gezien. Black Sabbath was ten tijde van de opnames niet alleen zoekende naar een nieuwe muzikale identiteit, maar ook onderhevig aan onderlinge spanningen en persoonlijke problemen binnen de bandleden. De productie en het studiowerk vonden plaats in een periode waarin de invloed van drugs, uitputting en creatieve meningsverschillen groot was, wat hoorbaar is in het wisselende niveau van de songs en de soms wat fragmentarische sfeer. Wat het genre betreft past Technical Ecstasy het meeste binnen de hardrock en classic rock, waarbij duidelijk is dat de band niet vasthoudt aan de loodzware metal uit hun beginperiode, maar juist flirt met lichtere, meer melodieuze stijlen. Toch blijven Sabbath-elementen als Iommi’s gitaarriffs, Geezer Butlers pulserende bas en Osbourne’s karakteristieke stem altijd herkenbaar aanwezig – al zijn ze ditmaal verpakt in toegankelijker, soms meer radiovriendelijke songs. Tracks die niet onvermeld kunnen blijven zijn Dirty Women, een opvallend afsluitend nummer met een soepel refrein en een uitgesponnen gitaarsolo, en Rock ‘n’ Roll Doctor, dat het album een bluesy inslag geeft. Ondanks verdeeldheid onder critici en fans over het uiteindelijke resultaat, laat Technical Ecstasy horen dat Black Sabbath ook zonder vastomlijnde kaders vernieuwend en verrassend kon zijn binnen het rocklandschap van de jaren zeventig. Het blijft een lp die, mede door zijn experimenteerdrang en open blik, verdient om opnieuw beluisterd te worden.
Black Sabbath’s album Technical Ecstasy werd uitgebracht als lp en geldt als een belangrijk, maar vaak verdeeld ontvangen moment in de geschiedenis van de band. Waar Black Sabbath tot dan toe vooral bekend stond als pionier in het heavy metalgenre, laat Technical Ecstasy een band horen die nieuwe sonische terreinen verkent, waarbij invloeden uit progressieve rock en zelfs funk hoorbaar zijn. De rauwe randen en duistere sfeer van de klassieke Sabbath-platen zijn op dit album minder aanwezig, wat bij veel fans en critici leidde tot discussie over de artistieke koers. Wat meteen opvalt, is dat Technical Ecstasy zich niet alleen stilstaat bij het typische Black Sabbath-geluid, maar het repertoire uitbreidt met experimenten en variatie. Het album opent met Back Street Kids, een stevige rocker die de energie en snelheid van punk ademt. De track is een krachtige binnenkomer waarin gitarist Tony Iommi indruk maakt met zijn scherpe riffs en drummer Bill Ward zijn klassiek rollende stijl laat horen. Ook You Won’t Change Me is een opvallend moment op het album, mede door het meeslepende gitaarwerk van Iommi dat door velen als één van zijn beste solo’s wordt beschouwd. Ozzy Osbourne’s zang klinkt op deze ballade kwetsbaar en persoonlijk, wat de intensiteit verhoogt. Technical Ecstasy bevat daarnaast opmerkelijke afwijkingen van het vertrouwde geluid. Een van de meest besproken tracks is It’s Alright, waarin Bill Ward voor het eerst de leadzang op zich neemt. Het nummer leunt sterk op melodie en heeft een lichte sfeer die bij vlagen aan The Beatles doet denken – een flinke breuk met het zware, donkere geluid waar Sabbath tot dan toe om bekend stond. Ook het nummer Gypsy laat zien dat de band zich niet wilde beperken tot hun oorspronkelijke muzikale formule, met een arrangement en zanglijnen die doen denken aan rockgroepen als Queen. Het album als geheel wordt door liefhebbers als een overgangswerk gezien. Black Sabbath was ten tijde van de opnames niet alleen zoekende naar een nieuwe muzikale identiteit, maar ook onderhevig aan onderlinge spanningen en persoonlijke problemen binnen de bandleden. De productie en het studiowerk vonden plaats in een periode waarin de invloed van drugs, uitputting en creatieve meningsverschillen groot was, wat hoorbaar is in het wisselende niveau van de songs en de soms wat fragmentarische sfeer. Wat het genre betreft past Technical Ecstasy het meeste binnen de hardrock en classic rock, waarbij duidelijk is dat de band niet vasthoudt aan de loodzware metal uit hun beginperiode, maar juist flirt met lichtere, meer melodieuze stijlen. Toch blijven Sabbath-elementen als Iommi’s gitaarriffs, Geezer Butlers pulserende bas en Osbourne’s karakteristieke stem altijd herkenbaar aanwezig – al zijn ze ditmaal verpakt in toegankelijker, soms meer radiovriendelijke songs. Tracks die niet onvermeld kunnen blijven zijn Dirty Women, een opvallend afsluitend nummer met een soepel refrein en een uitgesponnen gitaarsolo, en Rock ‘n’ Roll Doctor, dat het album een bluesy inslag geeft. Ondanks verdeeldheid onder critici en fans over het uiteindelijke resultaat, laat Technical Ecstasy horen dat Black Sabbath ook zonder vastomlijnde kaders vernieuwend en verrassend kon zijn binnen het rocklandschap van de jaren zeventig. Het blijft een lp die, mede door zijn experimenteerdrang en open blik, verdient om opnieuw beluisterd te worden.